Rikkert Zuiderveld
Opgegroeid in een onderwijzersgezin waar ik de liefde
voor de taal heb meegekregen, ontwikkelde het spel met
de woorden zich in de middelbare schooltijd tot versjes
en gedichten en gaandeweg tot liedjes. De studententijd
in Amsterdam bracht mij via Jop Pannekoek (bij wie ik
ook Elly leerde kennen) de gelegenheid mijn speelse,
soms wat cynische liedjes voor een klein publiek
te zingen. Met Jop samen deden we ons eerste "cabaret"
programma in het toenmalige Mikro-theater bij Ton van
Ingen. en van het een kwam het ander: mijn studie
geschiedenis en prehistorie (ik ben altijd al een graver
geweest, sorry) raakte in de versukkeling en voor ik het
wist zat ik "in de muziek", een vak dat ik nooit echt
geambieerd had, maar waarvan ik wel in de ban raakte.
Een paar mensen die ons in die begintijd bijzonder
hebben gestimuleerd en geholpen wil ik hierbij bedanken:
Jop, Cobi Schreijer (De Waag, Haarlem), Nico Knapper (De
Werkwinkel), Ramses Shaffy, Tony Vos (Phonogram) en
later ook Tim Griek (EMI). Het is mede hun schuld dat ik
nog steeds schrijf en zing, en mijn oorspronkelijke
roeping als dichter of archeoloog heb gemist. Ook heb ik
de elfstedentocht nooit kunnen rijden, maar dat kan
later nog.