Dagblad van het noorden (10 maart 2007)
'De eenheid van Elly en Rikkert'
Door: Jacqueline Wouda
Elly en Rikkert, bestáán die nog? Uit het epicentrum van de media-aandacht zijn ze allang weg. De rook om hun hoofd verdween met de hippietijd. De felheid na hun prille bekering - die hen in de jaren zeventig veroordeelde tot EO-kringen - heeft haar scherpe kanten verloren. Maar bestaan doen ze zeker. Aan de flanken van het Drents-Friese Wold, nabij Vledderveen, staat een wit boerderijtje tussen het geboomte. Het is hun thuis en uitvalsbasis voor een meer dan veelzijdig leven.
Ze pakt zijn kraag met beide handen vast, veegt de pluisjes
van zijn jas. Bijna onzichtbaar buigt hij zijn nek en overbrugt hun
lengteverschil. Onwillekeurige gebaren die een ijzersterk verbond weerspiegelen.
De verstandelijk gehandicapten voor wie ze soms optreden noemen hen
'ellyrikkert', in één adem. Al meer dan veertig jaar vormen Ëlly en Rikkert
Zuiderveld (beiden 60) een duo. Ze zingen samen, schrijven samen, delen hun
leven samen, volgen dezelfde weg.
'Ik ben geen duo', knipoogt het eerste deel van Rikkerts e-mailadres. Wanneer
net na de koffie een koeriersauto de zandweg waaraan ze wonen opdraait, wordt
het bewijs daarvan tastbaar afgeleverd. Voor het eerst in veertig jaar, voor het
eerst sinds hij Elly ontmoette, heeft Rikkert Zuiderveld weer een solo-album
gemaakt. Solo heet het. "Ik had graag en wat poëtischer titel bedacht,
maar ik kon niets beters verzinnen", zegt de man die droomt in mooie
woordbeelden. De hoesfoto toont een bedachtzame zestiger in grijstinten, wiens
hagelwitte lokken versmelten met de achtergrond
Aan de eenvoudige houten tafel met uitzicht over de landerijen ("de zon komt
hier 's ochtends zo prachtig op") kijkt hij wat bedenkelijk naar het cd-hoesje,
vindt de foto niet echt mooi afgedrukt. Zij raakt wel bekoord. "Jawel. Jawel
hoor Rikkert. Ik vind 'm mooi. Je kunt je oogharen zo mooi zien." Ze kijkt hem
plagend aan: "Ik wist niet eens dat je oogharen hád!"
Dat Rikkert dit keer zonder Elly de studio indook, lag meer aan haar dan aan
hem. Sinds september wordt ze opgeslokt door het kinderprogramma Elly en de
wiebelwagen, een programma van de Evangelische Omroep waarin kleuters met
liedjes en toneelstukjes haast terloops vertrouwd raken met bijbelse thema's.
Een hit bij jonge gelovigen én ongelovigen; de EO riep al na een paar maanden
nog zeker drie jaar door te willen gaan met de Wiebelwagen, de liedjes
zijn op cd uitgebracht, een boek is in de maak.
"Eigenlijk was het mijn idee om ieder een aparte cd te maken, die dan samen in
één hoesje terecht zouden komen", vertelt Rikkert. Door het nijpende tijdgebrek
van zijn vrouw zit hij nu alleen in een hoesje. Eén duet hadden ze nog samen
zullen zingen op de cd. Maar dat werd voor Elly's neus weggekaapt door
achtergrondzangeres Mariecke Borger, de dochter van hun vaste toetsenman. "Ze
vroeg heel voorzichtig of zíj het duet eens mocht proberen", herinnert Elly
zich. "Ik voelde een steek in mijn hart. Ja, echt waar. Wat denk je: hij heef
nóóit met een ander dan mij willen zingen. Maar ik hoorde ze zingen en het was
prachtig. Zo ontzettend mooi. Toen dacht ik, het moet maar zo zijn. Want weet
je, ik houd ook ontzettend veel van Mariecke."
Elly's stem zingt als ze praat, haar voeten dansen als ze loopt. Ze kietelt hem
met kleine plaagstootjes. Rikkert is rustiger, bedachtzamer, kijkt meer katten
uit bomen. Ze vormen een harmonieus stel, vullen en voelen elkaar aan. "We zijn
natuurlijk ontzettend veel samen", verklaart Elly. "Neem alleen al het onderweg
zijn van en naar optredens." Ze zijn gelukkig, beaamt ze. "Ja, zij heeft het
maar getroffen met mij." Zijn ogen twinkelen wanneer hij op onverwachte momenten
toeslaat met droge humor.
'Elly en Rikkert' is een echtpaar dat christelijke liedjes
zingt. Internet-encyclopedie Wikipedia weet het in één zin neer te zetten.
Er was een tijd dat die zin wel klopte. Grofweg van halverwege de jaren zeventig
tot halverwege de jaren tachtig. Van immens populair in de hippietijd verwerden
ze tot zingend vertolker van Gods woord, warmhartig omarmd door de EO. "Als je
destijds eenmaal iets voor de EO had gedaan, werd je door geen enkele andere
omroep meer uitgenodigd", zegt Rikkert terugkijkend. "Misschien was het ok wel
een beetje onze eigen schuld, want wij sloegen wel eens wat door in die tijd."
Een heleboel deuren gingen dicht. Het werd bon ton
om op bikkelharde toon de spot met hen te drijven. "Omdat ze ons niet echt
kenden", zegt Elly inlevend, maar nog altijd verdrietig. "Omdat ze bang voor ons
waren", denkt een veel fellere Rikkert. "Die angst was niet geheel
ongerechtvaardigd, want wat wij te vertellen hebben, is niet niks." Natuurlijk
deed het pijn om zo in een hoek getrapt te worden. "Maar wat helpt is dat je in
de praktijk heel veel positieve dingen terugkrijgt. Een jongetje dat na een
optreden met rode konen naar je toe komt en stamelt 'dat was heel mooi
meneer', mensen die schrijven om te vertellen hoe ze zich geholpen voelen door
onze muziek. Dat helpt, dat bemoedigt."
Elly en Rikkert werden een echtpaar dat christelijke liedjes zong. Voor
volwassenen, maar ook veel voor kinderen. Werk zat. Vrijwel elk jaar één of twee
platen of cd's, 150 optredens per jaar in heel Nederland en België. Hard werken.
Van muziek maken is het moeilijk rondkomen. "Met onze cd's voor volwassenen
verdienen we eigenlijk niets, we mogen blij zijn als we de kosten eruit halen.
Kindercd's leveren iets meer op. Gelukkig schrijven we onze liedjes zelf, zodat
het copyright ook bij ons ligt. De meeste muzikanten hebben er een baantje
naast. Dat is bij ons nooit nodig geweest."
In de ban van de Heer raakten ze uit het beeld van de wereld en dat bleef zo.
Toen in 1984 de plaat Maskers af uitkwam, met hardere muziek en
kritische teksten, stonden de christelijke luisteraars op hun achterste benen.
Er waren fans die de plaat terugbrachten naar de winkel omdat er maar één keer
Jezus op stond. Elly en Rikkert waren een christelijk echtpaar geworden dat
liedjes zong. Wanneer Rikkert nu terloops het onderwerp geloof aansnijdt, nog
altijd de as waar hun leven om wentelt, laat hij dat volgen door 'daar hoeven we
verder niet over door te zeuren'. Deze ommezwaai ten spijt heeft het grote
publiek hen nooit meer willen omarmen. Dat Rikkert inmiddels behoorlijk aan de
weg timmert als schrijver van puntige diergedichten en zij veel lof krijgt voor
haar kinderboeken, is slechts in kleine kring bekend.
Wil je nog koffie? Wil je nog een boterham? Moet je nog
plassen? Drie kussen bij het afscheid. Een hartelijkheid die warmte geeft als
een straalkacheltje. Geen wonder dat vrienden bij hun aankloppen als er iets is.
Hun hart staat open, hun huis ook. Al laten ze dat tegenwoordig niet meer de
extreme vormen aannemen van vroeger
Uffelte herinnert zich nog de vreemde vogels die eind 1972 in het dorp
neerstreken. Eerst die twee hippiezangers, later vormde zich een complete
commune van twintig mensen in het piepkleine boerderijtje van Rikkert en Elly
aan een zandweg bij de es. Vrienden in nood klopten bij hun aan en vonden
onderdak. "Het is nooit onze bedoeling geweest een commune te beginnen. Helemaal
niet zelfs", zegt Elly, "maar het gebeurde gewoon." Hun medebewoners van toen
zijn nog altijd hun beste vrienden. "Vorige week heb ik nog een reünie gehad met
de vrouwen."
Na een paar ongelukkige mediapublicaties keert het dorp zich tegen de commune.
Op de oudejaarsavond 1973 trekt een groep jongelui eropuit om poep tegen hun
ramen te gaan gooien. "Maar we waren niet thuis en dan is zoiets natuurlijk niet
leuk. Ze hebben het nooit gedaan." Rikkert en Elly herinneren zich weinig van
vijandigheden in Uffelte. Elly: "Maar een paar jaar geleden traden we op in
Havelte. Na afloop kwamen er mensen uit Uffelte naar ons toe om zich te
verontschuldigen voor hun gerag van vroeger. Die waren speciaal met dat doel
naar Havelte gekomen. Het was een soort Wiedergutmachung. Mooi hè."
Na jaren in Barneveld wonen ze sinds een jaar of tien weer in Drenthe, Rikkerts
geboorteprovincie. "Ook al ben ik op mijn zesde van Roden naar het Gooi
verhuisd, ik ben altijd van Drenthe blijven houden. Ik logeerde in vakanties bij
ooms in Drenthe, fietste als jongen al in mijn eentje langs alle hunebedden. Ik
ben een echte Drenthofiel."
Van tijd tot tijd duiken ze ergens op bij activiteiten in het dorp, maar de tijd
ontbreekt hen voor een echt druk sociaal leven in Vledderveen. Al is Elly wel
lid van de vrouwenvereniging, net als bijna alle vrouwen uit het dorp. Veel
intenser is het contact met de buren van de andere boerderijtjes op hun
streekje. Vooral met boer Piet zijn ze close. "Elke dag loop ik even naar de
buurman en terug. Dat loopje door de buitenlucht, dat praatje met boer Piet, die
heel andere zorgen heeft dan ik, werkt heel relativerend. Dan zie ik al die
sterren en weet dat alles wel komt op zijn tijd", vertelt Elly.
Hun huisje staat op loopafstand van het Drents-Friese Wold, maar echte
natuurmensen zijn ze niet. Bij de gedachte aan Elly en wandelen in het bos
schieten ze beiden in de lach. Rikkert trekt er nog wel eens op zijn racefiets
op uit, vooral wanneer kleinzoon Pepijn (9) te logeren is. "De ruimte die we
hier hebben is heerlijk. Hier kan je de stilte bijna horen, hier is het 's
nachts nog echt donker. En alleen al dat je weet dat die bossen daar achter
ergens liggen, ook al kom je er niet elke dag, is weldadig."