Kolderkat
Tekst en muziek: T. Schijf

In 't plaatsje Den Dolder
Daar zat op de zolder
Een holderdebolderde kolderkat
Hij lag er hij liep er
Hij at er hij sliep er
Hij lieperdepieperde sliep er wat
Hij vond het zo fijn
Om een kater te zijn
Al was-ie maar klein
Hij deed al het werk
Hij bree er een das
En hij dee er de was
En moest-ie een plas
Ging-ie gauw naar het perk
Naar het perk

Lalalalala...

En eens het was donker
Met sterrengeflonker
Toen blonkerdeflonkerde klonk er wat
Hij hoorde miauwen
En dacht: "Ach die vrouwen
Die klauwende vrouwen
Die mauwen maar wat"
Toen zag-ie een poes
En och d'arme snoes
Stond onder de douche
Want het regende zo
Hij zei: "Kom er in
Want dit heeft niet veel zin
En neem een glas gin
Dat krijg je cadeau"

Lalalalala...

Ze kwam er ze liep er
Ze at er ze sliep er
Ze lieperdepiepere sliep er wat
Ze vond het zo fijn
Bij de kater te zijn
Al was ze maar klein
Ze deed al het werk
Ze bree er een das
En ze dee er de was
Maar toen moest ze een plas
En ze ging naar het perk
Naar het perk

Lalalalala...

Nu zit in Den Dolder
Alleen op z'n zolder
Die holderdebolderde kolderkat
Ze ging van hem heen
En ze liet hem alleen
Nu is er niet één
Meer bij hem voor het werk
Dus zit-ie te mokken
En breit borsterokken
Gaat dan op z'n sokken
Nog gauw naar het perk

Lalalalala...

Lalalalala...

Mauw...

Staat op: Elly Nieman, Liedjes aan een luchtballon