De Organist
Tekst: Elly Zuiderveld-Nieman
Muziek: Jan Borger
Zijn slanke handen liggen op het laken
Zijn vingers zoeken naar de harmonie
Naar toetsen die hij vluchtig aan kan raken
Want in zijn hoofd hoort hij een melodie
Hij spreekt vol vuur over oude tijden
Toen hij - verheven op zijn orgeltroon -
De kudde daar beneden zachtjes weidde
En leidde in gezangen voor Gods Zoon
Hij mist zijn eigen zoon maar in verhalen
Haalt hij hem dichterbij met broze stem
Hij zegt zijn naam en blijft die steeds herhalen
Noemt hem weer ‘joch’ en lacht en zegent hem
Het kind dat bij hem stond wanneer hij speelde
Dat de registers deed, al snel de noten wist
En zo een stukje hemel met hem deelde
Ik kus hem zacht, de oude organist
Staat op: In Het Voorbijgaan